Programmamanager Binnenstad Inge Reijmer: Op weg naar de stip aan de horizon

Want er staat nogal wat op stapel in Purmerend. Met de ambitieuze veelomvattende visie Purmerend 2040, en daarvan praktisch afgeleid de dit jaar gepubliceerde Economische Visie naar aanleiding van de fusie met Beemster, is er een flinke vernieuwing gaande waarvan de contouren langzaam maar gestaag concreet zichtbaar worden. Zoals de (hoge) woningbouw rond en in het centrum en op de Wagenweg, de aanzet van de vernieuwing van het Waterlandkwartier (Stationsgebied). De impact en gevolgen daarvan voor de binnenstadondernemers en de inwoners, als ook het mobiliteits- en parkeervraagstuk dat het oproept, vragen om een helicopterview en iemand die alles met elkaar verbindt.

Totaalplaatje maken

Inge is aangeschoven in het stadhuis waar ze tussen haar vele kennismakingsrondes ‘in het veld’ vertoeft, om toelichting te geven op deze nieuwe functie bij de gemeente die de taken van de bekende ‘citymanager’ ver overstijgt. “Mijn opdracht is om uiteindelijk de binnenstad aantrekkelijker te maken voor wonen, werken, winkelen, horeca, verblijven, genieten en recreatie”, licht ze toe. “Een totaalplaatje maken met een plan voor de lange termijn, waarin centraal staat ‘ wat voor binnenstad wil je zijn’, maar ook met een programma voor de komende vijf jaar. Daarnaast zijn er de ‘doe-dingen’; zaken die we meteen oppakken.”

Integraal plan binnenstad

Het idee voor een integraal plan voor de binnenstad is ingegeven door Purmerend 2040: Hoe Purmerend zich kan profileren als een aantrekkelijke verblijfsstad, en een ‘compacte woonstad met een menselijke maat’ wordt. Inge: “Dat betreft kort gezegd een schaalsprong van een stad met wijken waar veel mensen buiten de stad werken, naar een complete stad, waar je werkt, woont en beleeft in je vrije tijd. Daarmee is een stip gezet aan de horizon. Van belang hierin is de verbinding met het nieuwe Waterlandkwartier, maar ook het bouwen van 10.000 woningen. Dat betekent veel voor de centrumfunctie, de mobiliteit, de werkgelegenheid etc.”

Parkeren en bereikbaarheid

Waarbij de twee grote issues, bereikbaarheid van de binnenstad en de parkeervraag toch weer aan bod komen. “Voorop staat dat de binnenstad bereikbaar moet blijven, maar dat moet wel op een andere manier”, geeft Inge aan. “Het moet passen in de tijd waarin we zitten, waarin we een grotere stad zijn. Dit vraagstuk zie je bij alle historische binnensteden. En er wordt de komende periode samen met stakeholders over nagedacht. De parkeergarage bij het Stadhuis is daar al een goed voorbeeld van. Verder komt er nog een mobiliteitsonderzoek aan waar zeker de nodige acties uit komen.”

Detailhandel

Een belangrijke focus voor Inge zal de detailhandel zijn. “Binnensteden stonden voor corona al onder druk, en dat is nu alleen maar verergerd. Dat roept vragen op over hoe je omgaat met leegstand, hoe het winkelaanbod gevarieerd te houden, blijft de horeca overeind? En hoe ga je het wonen boven winkels inpassen in je historische stad? Hoe houd je het leefbaar? Dat zijn voorbeelden van zaken die ik zal coördineren.”

Stad in transitie

Dat de binnenstad verandert, dat staat vast. “Binnensteden transformeren, dat zie je in heel Nederland. Laat staan in een stad in transitie als Purmerend. Purmerend groeide in een paar decennia van 7.000 naar nu 80.000 inwoners. Dan moet je kijken wat daarbij past. Misschien krijg je aan de buitenranden wel meer kantoortjes of ambachten, of maatschappelijke functies. Alles ligt eigenlijk open. We moeten met elkaar zorgen dat de binnenstad op een goede manier een levendig en fijn gebied is en blijft en tevens de huiskamer van de regio. En we gaan weliswaar naar andere vormen van gebruik, maar het historisch centrum blijft het historisch centrum”, benadrukt Inge.

Verhaal van Purmerend

De afgelopen jaren was Inge in dezelfde functie actief voor het centrum en het bedrijventerrein van Beverwijk. “Het is niet goed met elkaar te vergelijken, Purmerend is een compleet andere stad”, legt ze uit. “Als je me een jaar geleden had gevraagd, wat vind je van Purmerend, had ik er geen beeld bij. Ik kwam hier voor het eerst via mijn werk in Beverwijk, en ik was enorm verrast. Dat historische centrum, het mooie winkelaanbod, de horeca en verscheidenheid in cultureel aanbod. Maar ik was vooral verrast door het feit dat dit alles zo onbekend was.” Dat laatste ziet Inge als één van de grote uitdagingen. “Het verhaal, van wat je hier allemaal hebt, wordt blijkbaar niet goed verteld. Het is zaak dit beter naar buiten te brengen.”

Eén complete stad

Purmerend moet, kortom, gaan opvallen als een onderscheidende stad. “We leven in een mooi gebied waarmee je bewoners en toeristen kunt verleiden. De stad, het groen, de Beemster; daar moet je iets mee doen. Huur een fluisterbootje, maak een mooie route, bezoek een boerderij waar die producten vandaan komen. Dat maakt je een complete stad. En er is al zoveel. Leuke winkels, museum, theater, het horecaplein, je hebt hier alles, heel dicht bij elkaar, dat heb je echt niet in andere steden. Purmerenders zijn dan ook trots op hun stad blijkt uit onderzoek, maar men beseft nog niet hoe bijzonder het allemaal is.”

Je kracht zit in samenwerking

Inge zal zeker kunnen teruggrijpen op de ervaring die ze opdeed in Beverwijk. “We begonnen in 2015 met een visie en uitvoeringsprogramma om met name de leegstand van 25 procent terug te dringen. Dat lukte; met fysieke herinrichting maar ook een winkel- en eigenarenprogramma, zelfs een datingsite voor winkelruimte en een matchmaker die zorgde voor lagere huren zodat er mensen konden in groeien. Voor corona toe sloeg zat Beverwijk nog maar op 7 procent leegstand. Maar net zo belangrijk: de Beverwijkers en regio zijn weer trots op hun centrum en gaan er heel graag heen. Net als in Beverwijk draait het ook in Purmerend om samenwerking. Dat wil ik hier ook zo opzetten. Daar zit je kracht in. Ondernemers zijn hierin heel belangrijk. Elke straat is anders, maar samen maken ze de stad. Om dat samen te brengen, daar ga ik na de zomer veel energie in stoppen,” besluit Inge.