De woningbehoefte neemt alleen maar toe.
De woningbehoefte neemt alleen maar toe. (Foto: Han Giskes)

Bouwend Nederland ziet recessie naderbij komen

De organisatie Bouwend Nederland vreest dat straks, als de grootste problemen van de corona-dip achter de rug zijn, met name zzp’ers in de bouw grote klappen oplopen. “De grootste pijn zal komen te liggen in de flexibele schil, zoals wij zzp’ers noemen”, verwacht Jan Overtoom. De regiomanager Randstad Noord binnen de bouwkoepel ziet met lede ogen aan dat de verschillende gemeenten weinig werk uitzetten. “De gemeentehuizen zijn gesloten en het lijkt wel of de activiteiten stil staan of minimaal vooruit geschoven worden”, is zijn licht kritische noot, die hij mede namens zijn leden uitspreekt.

In de tweede week van juni deden vertegenwoordigers van circa vijftien bouwbedrijven mee aan zogeheten digitale Bouwtafel met Cees Loggen, gedeputeerde van Noord-Holland. In anderhalf uur tijd werd een aantal problemen besproken waar de woningmarkt in deze regio mee kampt. Meteen werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om oplossingen aan te dragen.


Twee keer eerder bespraken Loggen en de woningbouwers de hobbels die het moeilijk maken om aan de woningbouwopgave te voldoen. De recentste sessie was de eerste sinds corona de kop opstak. De bouwers uitten hun zorgen en maakten duidelijk dat het virus voor een aantal specifieke moeilijkheden zorgt. Doordat veel ambtenaren gedwongen thuiswerken, neemt de bereikbaarheid af en lopen veel vergunningstrajecten vertraging op. Overtoom: “Er zijn geen aanbestedingen. Nu is er nog voldoende werk, maar voor de nabije toekomst stroopt het op. Onze verwachting is dat het in Q3 en Q4 stil valt. Als dat zo uitpakt, hebben we de poppen aan het dansen.”


Om zijn vrees te onderstrepen, trekt hij de vergelijking met vorig jaar en nu. “In 2019 werden in twee maanden tijd tien aanbestedingen gedaan, nu zijn dat er twee. Logisch dus dat de bouwers grote zorgen hebben. En we weten allemaal dat er een recessie zit aan te komen.”


Jan Overtoom ziet vooral grote problemen opdoemen voor de infra- en utiliteitsbouw. “Voor de woningbouw zijn de zorgen iets minder, omdat met name de corporaties meer ruimte hebben gekregen van minister Olongren om te bouwen. Die sector heeft wel weer te maken met de stikstofdiscussie, want waar kan en mag gebouwd worden?”

Gevraagd naar de huidige en toekomstige situatie in Waterland en Zaanstreek ziet Overtoom met name een doemscenario voor de laatste regio. “In de Zaanstreek heb je veel Natura 2000-gebieden dus daar is bouwen sowieso al uit den boze. In Waterland is dat veel minder. Nog beter is het gesteld met West-Friesland; daar zijn mogelijkheden genoeg.”


Recente demografische cijfers laten volgens verwachting zien dat de woningbehoefte alleen maar gaat toenemen; van 17.000 per jaar naar 21.000 te bouwen woningen per jaar in Noord-Holland. En dat afgezet tegen het feit dat er te weinig bouwlocaties zijn. “Op papier is er voldoende plancapaciteit, maar deze capaciteit is in de praktijk vaak niet op korte of middellange termijn beschikbaar. Een bijkomend probleem van de bouwers is de stapeling van eisen. Woningen moeten aan steeds meer (vooral duurzaamheids-)eisen voldoen. Dat maakt ze steeds duurder; sociale huur bijvoorbeeld wordt daardoor erg moeilijk te realiseren.”


Gedeputeerde Loggen snapt de zorgen van de bouwers en gaf tijdens de Bouwtafelsessie aan dat het advies van de commissie Remkes aan de overheid voor beweging lijkt te zorgen. Het advies pleit namelijk voor een drempelwaarde en een grotere rol voor de provincies; zaken waar Loggen groot voorstander van is. Overtoom: “Hij zet zich er dan ook voor in dat de provincie deze rol oppakt en zo veel mogelijk vergroot.”


Loggen heeft aangegeven de opmerkingen en kritische kanttekeningen mee te nemen naar zijn collega’s in het college. De woningbouwopgave is immers een belangrijk onderdeel in het coalitieakkoord. “Hij heeft aangegeven dat waar hij voor instant succes kan zorgen, hij dat gaat doen. We zijn blij met die toezegging”, vertolkt Jan Overtoom de mening van de leden van Bouwend Nederland.


Intussen is zijn hoop gevestigd op de gemeenten en de provincie. “Minister Ollongren heeft gezegd dat de bouw een belangrijke kurk is waarop de Nederlandse economie draait. De bouwers zijn er klaar voor, alle lichten gaan op groen. Er zijn alleen te weinig bouwlocaties. Daarom roep ik de ambtenaren op om de hulp in te roepen van deze bouwers. Zij hebben de kennis en ervaring en staan te trappelen om te helpen om de plannen concreet te maken. “Door beter samen te werken kan er sneller gebouwd worden.”

Jan Overtoom: