René Dijkstra voor zijn pand op de Weerwal in Purmerend
René Dijkstra voor zijn pand op de Weerwal in Purmerend (Foto: Han Giskes)

René Dijkstra Bedrijfsmakelaardij: “Het is een puzzel die je elke keer weer passend maakt”

Partnerbijdrage

Hij is inmiddels een kleine dertig jaar makelaar in bedrijfsonroerendgoed, waarvan de laatste vijftien jaar in zijn eigen bedrijf. Dat jubileum is voor René Dijkstra een mooi moment of even terug te kijken langs die rode draad die maakt dat hij nog altijd even enthousiast is over zijn vak. ‘People business’ zoals hij het noemt. “Wanneer ik iets in mijn portefeuille krijg weet ik vaak al gelijk wie erbij hoort. Het is een puzzel die je elke keer weer passend maakt. Dat geeft een kick en ook vertrouwen. Een klant van mij die in het buitenland woont zei me eens; ‘je bent mijn oren en ogen.’ En dat werkt heel prettig.”

René is van de Vitamine R. Relaties dus. “Ik heb in de loop der jaren een groot netwerk opgebouwd waar zowel de opdrachtgever als ikzelf voordeel van heeft”, vervolgt hij. “Bovendien heb ik van commercieel vastgoed echt mijn core business gemaakt. En dat niet alleen in Purmerend en Waterland, ik werk in heel Noord-Holland. Maar ik zit hier natuurlijk op een fantastische stek. Purmerend is de afgelopen vijftien jaar ontzettend gegroeid. En dat wordt alleen maar meer. Dat juich ik toe. De stad staat eindelijk op de kaart, waar het vroeger te groot was voor servet en te klein voor het tafellaken. Het heeft, ook in de MRA, een belangrijke plek veroverd.”

De Broedplaats

Hij verkoopt/verhuurt van garagebox tot kantoorunits tot complete bedrijfspanden. Maar de krenten in de pap vormen het bijzondere vastgoed. “Ik ben momenteel bezig met de verkoop van de Waterlandse stolp aan de Westerweg, in de Baanstee Noord. Deze was, gezien de ontwikkelingen in de Baanstee, jarenlang in bezit van de gemeente. Er is al jaren niets aan gedaan, het is op slopershoogte helaas. Maar men, en ik ook, wil de stolp op die plek behouden. Dus hij wordt herbouwd, waarbij alleen de dakpannen nog herbruikt kunnen worden. Om het renderend te maken is op hetzelfde erf, achter de stolp, de Broedplaats bedacht. Ook dat is geen pand van 13 in een dozijn, maar een perfecte plek voor creatieve en ambachtelijke bedrijven, en samen met de stolp vormt het straks een mooi geheel. Inmiddels zijn alle bedrijfsunits in de Broedplaats verkocht en het geheel wordt in het voorjaar 24 opgeleverd.”

Voldoening

Hij mocht zelf, via de ontwikkelaar, zijn licht laten schijnen over de invulling van die bijzondere plek. “De ontwikkelaar wil natuurlijk iets neerzetten waar vraag naar is. Wat past er bij die boerderij? Daarover meedenken geeft veel voldoening”, vertelt hij enthousiast. “En wat komt er in de stolp zelf? Daar zit maar voor een gedeelte een horecavergunning op, wat past daar? We zijn voor de gehele boerderij nu in gesprek met een enkele partij, dus ik denk dat we het goed gaan invullen. En het mooiste is dat dan die boerderij weliswaar vernieuwd is, maar toch gebleven. Die hoort daar. En over 20 jaar is het nog steeds uniek, dan is die stolp aan de Visserijweg beeldbepalend, en over 100 jaar staat het er nog.”

Villa Louisa

De juiste invulling van zo’n pand, daar wordt hij blij van. “Voor een opdrachtgever de juiste koper of huurder vinden. Dat is een leuke uitdaging. Het zo inkoppen dat iedereen er een goed gevoel over heeft.” Momenteel heeft hij ook Villa Louisa op de Plantsoengracht in de verkoop. “Dat pand heeft enorme allure. Het gaat me zeker lukken daar de juiste koper voor te vinden.” Zoals hij deed voor de voormalige meisjesschool op het Venediën. “Ook zo’n historisch pand. Ik had destijds een relatie die gek was op oldtimers, en bij hem had ik het een keer over die school. Twee weken later heeft hij het gekocht. Zo gaat een balletje rollen. Nu zitten daar dertien bedrijfjes in en is het behouden voor de stad.”

Het zo inkoppen dat iedereen er een goed gevoel over heeft is een leuke uitdaging

Zo ziet hij van elk pand de potentie. “Dat geeft mij die extra kick. Het is zo mooi werk, ik zou niet anders willen, het is waar ik goed in ben. Bedreven in Bedrijven, daar sta ik voor. Steeds andere mensen, steeds andere panden; het geeft veel energie, ik voel me als een vis in het water. Deze vijftien jaar dat ik voor mezelf werk zijn dan ook voorbijgevlogen.”

Geen makkelijke tijd

Het tij in het commercieel vastgoed zit enerzijds mee en anderzijds tegen. “Het is natuurlijk geen makkelijke tijd”, geeft René aan. “We zijn net uit corona en dan zitten we gelijk met de oorlog in Oekraïne. De energiecrisis, de oplopende prijzen van grondstoffen. Het bouwen zelf is duurder geworden, de grond is duurder, de rente hoger. Waar een unit twee jaar geleden nog 130.000 euro kostte is dat nu 160.000. Dan zie je wel dat mensen moeten afhaken. Terwijl er heel veel vraag is naar kleine bedrijfsunits bij schilders, aannemers e.d.. Dat wordt voor hen steeds lastiger. Wat het ook duurder maakt is dat je in Purmerend alleen vrijstaand mag bouwen. Dat vraagt per unit meer grond, en er zijn geen gemeenschappelijke ruimtes. Per saldo is de koper meer geld kwijt voor dezelfde oppervlakte. En dan speelt hier en daar natuurlijk ook de te lage stroomcapaciteit een rol. Dat zorgt voor vertraging in veel nieuwbouwplannen. En als bedrijven hier geen stroom kunnen krijgen, dan gaan ze naar elders.”

Veel vraag naar bedrijfspanden

Toch drukken al die extra kosten uiteindelijk niet de vraag. Momenteel ziet hij veel beleggers die in het commercieel vastgoed stappen. Met name door de nieuwe belastingregels bij het beleggen in woningen. “De gevolgen van die nieuwe regels merk ik nu al”, zegt René. “Daarnaast zijn hier gewoon te weinig bedrijfspanden. Zo is er ook een verschuiving gaande van bedrijven uit Amsterdam-Noord naar Purmerend door de bouwactiviteiten daar. Hetzelfde wat hier gebeurt in De Koog waar de gemeente op al het vastgoed al voorkeursrecht heeft gevestigd. Waar moeten die bedrijven straks heen? Het nieuwe terrein in de Purmer laat nog wel even op zich wachten.”

Uitdagingen

Maar zodra het zijn werk aangaat ziet hij dit alles niet als een probleem, René Dijkstra ziet alleen maar uitdagingen. “En er zijn hier veel ontwikkelingen, er is veel reuring, daar moet je bij zijn. Ik vind het een heel fijn gebied om in te werken. En ik loop al ruim 28 jaar mee, ik ken mijn pappenheimers, en ik ken Purmerend als mijn broekzak. Voorlopig ben ik er nog niet op uitgekeken.”